Ferme taal
Een goed idee, een geruststellende gedachte moet je vastleggen en daar moet je niet te lang mee wachten, anders valt ie uit je hoofd. En dan het liefst met de hand. Het ouderwetse ambacht. Met pen en papier. Bij voorkeur met mijn trouwe vulpen, maar een afgekloven Bic of dito potlood mogen ook. Uit nood heb ik zelfs eens iets neergekrabbeld met een oogpotlood. Je moet wat. Qua papier ben ik niet kieskeurig. Elk formaat, elke vorm voldoet. Een hip schrift, een blocnote, een geeltje of gewoon de achterkant van een bonnetje van de supermarkt. Het tastbare bewijs daarvan slingert overal rond. In mijn jaszak en mijn tas, naast mijn bed en op het aanrecht. Ja, zelfs op het doosje van de tissues in mijn auto.
Vaak is die waanzinnig mooie zin of dat levensveranderende inzicht een dag later al een stuk minder verheffend. Zoals het diepzinnige gesprek bij een stevige joint in nuchtere staat niet te reconstrueren is, en de diep gevoelde emotie in de kroeg - tegen sluitingstijd - na het verwerken van de kater ook vaak flinterdun blijkt te zijn. Maar de euforie van het moment heb ik toch maar mooi meegepakt en een enkele keer haalt zo’n spinsel het tot een ‘stukkie’, zoals mijn voormalig eindredacteur dat zo treffend noemde.
En die stukkies – wat een lust - worden nou eens niet langs de zakelijke meetlat gelegd. Ze worden niet afgerekend op nieuwswaarde, innovatieve kracht of onderscheidend vermogen. Vooraf wordt niet bepaald of ze binnen het budget vallen en ze hoeven zich niet te verantwoorden over verwachte ROI.
Wat een vrijheid!
Alleen.. Ze bezetten mijn schrijfblok, kraken ruimte op mijn harde schijf. Hokken als hippies met bloemen in het haar. Bedrijven de vrije liefde met mijn verlangens en met elkaar. Ze leggen beslag op mijn spaarzame vrije uren, gaan aan de haal met mijn twijfels, pronken met mijn ideeën, liften mee op mijn verbazing en teren schaamteloos op mijn victorie.
Uitvreters zijn het, parasieten.
Het is mooi geweest. Tijd om op eigen benen te staan. Echt gebeurd of glashard bij elkaar gelogen, ik zet ze eruit. Een voor een. Met volstrekte willekeur. Ik bepaal de regels en ik alleen oordeel over de veiligheid van de buitenwereld.
Zo! Dat is ferme taal. Girlpower zo u wilt.
Maar ach, ik ben een kind van de jaren ’70. Opgegroeid in een links en humanistisch nest. Waar je naar elkaar luistert en je verplaatst in de positie van de ander. In plaats van ze rücksichtslos op straat te schoppen, ben ik gevoelig voor hun vreedzame demonstraties. Dus die veilige buitenwereld wordt voorlopig gevormd door dit blog, een virtueel kraakpand met een bloementuin. Waar ook kinderen spelen, waar muziek gemaakt wordt, gelezen en gedanst. Daar mogen ze voorlopig bivakkeren. Een overgangsperiode – zonder deadline. Nogal flowerpower eigenlijk. Tsja..
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Go for it, Berna! Ik neem alvast een RSS-abonnementje op je Flowerpowers!
BeantwoordenVerwijderenLekker stuk!
BeantwoordenVerwijderenMooie beginselverklaring, Barnes! Blijf ontvankelijk voor de inspiratie! Nelleke
BeantwoordenVerwijderen