“Kom alsjeblieft niet aan met ‘je bent toch zelf ook jong
geweest’, ik kan het niet meer horen.” Femke vloekt hartgrondig en schuift de
mok koude koffie bruusk van zich af.
“Liever iets sterkers?” Ik draai me om en pak de wijn. Terwijl zij
moegestreden en gefrustreerd een warboel aan gedachten en emoties over mij
uitstort over de laatste puberstreken van Manon, vraag ik me af wat er mis is
met de evolutie.
Waarom zijn wij mensen zo vol van onszelf? Waarom achten wij ons
beter, intelligenter en van een andere orde dan de dieren? Omdat wij het
vermogen hebben over onszelf na te denken? Het zou zoveel schelen als wij ons
weer wat meer als dieren gedragen. Je werpt een paar jongen en weet instinctief
wat je moet doen om ze klaar te stomen voor het volwassen leven.
Nee, we moeten het zo nodig allemaal beter en anders doen dan onze
ouders. Wij introspectieve en cultureel onderlegde wezens willen onze bloedjes
zo goed mogelijk voorbereiden op de maatschappij die zo hard en anders is dan
twintig, dertig jaar geleden. Het zijn de sociaal-darwinistische natuurwetten
die ons dwingen mee te veranderen, we kunnen daar niks aan doen. Maar waar
brengt ons die arrogantie? Dat ouders generatie na generatie het wiel opnieuw
uitvinden.
Noem mij een jonge moeder die zich niet met wallen onder de ogen afvraagt
of ze haar baby moet troosten of laten huilen, of tot vervelens toe uitweidt
over hoe weinig tijd ze voor zichzelf heeft omdat peuterlief zichzelf niet kan
vermaken.
Luister eens mee op het schoolplein waar ouders bij het ingaan van
elke nieuwe fase bij elkaar te rade gaan, want och arme, er is weer geen land
mee te bezeilen. We ploeteren wat af. Om nog maar te zwijgen van de praatgroepjes
waar ouders hun puberleed delen, stiekem snakkend naar het moment dat het kroost
het nest verlaat om vervolgens - als het dan zover is - met pijn in het hart achter te
blijven. De geschiedenis herhaalt zich. Keer op keer. In weerwil van de
evolutie.
Opgroeien, mens worden. Het leven ontdekken. Vol avontuur! Af en
toe eens lekker buiten de lijntjes. Per ongeluk expres. Ik herken veel van mezelf in Manon. Terugkijkend beschikte ik over een
gevaarlijke combinatie van levenslust, naïviteit en een onstuitbare
nieuwsgierigheid. Met ware kunstwerken van extravagante make-up en mijn haar nu
eens zwart en dan weer vlammend rood gaf ik kleur aan mijn leven. Letterlijk en
figuurlijk. Niks zwart-wit, maar alle tinten grijs en
de hele regenboog erbij!
Maar Femke heeft gelijk. Roepen dat je ooit zelf jong was, heeft
geen zin. Het gaat erom wat je doorgeeft. Een moederhart is altijd bang, ook
het mijne. Natuurlijk maak ik deel uit van die zich almaar herhalende
geschiedenis. En toch is er eigenlijk maar een ding dat ik
mijn kinderen gun.
Onbevangen groot worden. Met gebruik van alle zintuigen. In een
steeds groter wordend leefgebied. Met de vrijheid om de randjes op te zoeken,
eroverheen te gaan of er juist binnen te blijven en zo hun eigen ruimte, plaats
en kleur in de wereld te ontdekken.
Aan mij de beestachtige eer hen op die zoektocht wat passend
gereedschap mee te geven: zelfredzaamheid en zelfreflectie. Dus ik pak mijn kroost
in het nekvel als ze de grenzen van het territorium overschrijden, grom en bijt
om ze bij de les te houden en speel ze het leven in. Op basis van de natuurwet
van liefde en vertrouwen, plus wat normen en waarden. Instinctief of aangeleerd. Dat
vertrouwen zullen ze schenden, en die normen en waarden gaan ze net zo lang
kneden tot ze er hun eigen vorm aan hebben gegeven. Want ook die geschiedenis
herhaalt zich.
ik ben diep onder de indruk.
BeantwoordenVerwijderen